Eigenschappen:Grote delen van de kast en chassis van metaalKleine onderdelen van messing en kunststof apart aangebrachtVrijstaande handgrepen en lantaarnsautomatische koppeling in standaardschacht volgens NEM 362Klokankermotor met vliegwielVijf assen via koppelstangen aangedrevenTwee antislipbandenuniversele elektronicaLichtwisseling wit/rood, cabineverlichting, rangeerverlichting, vuurhaardverlichting met warmwitte LED'sGecontroleerd door ESU-LokSound V4.0 M4-decoder met luidspreker van hoge kwaliteit"PowerPack" opslagcondensator voor ononderbroken stroomvoorzieningLastafhankelijke, ventilatorgebaseerde en assensorgestuurde rookgenerator met temperatuurregelingAutomatische rangeerkoppelingLengte over de buffers 145,5 mmMinimale radius 420 mmeigenschappen:Grote delen van de kast en chassis van metaalKleine onderdelen van messing en kunststof apart aangebrachtVrijstaande handgrepen en lantaarnsautomatische koppeling in standaardschacht volgens NEM 362Klokankermotor met vliegwielVijf assen via koppelstangen aangedrevenTwee antislipbandenuniversele elektronicaLichtwisseling wit/rood, cabineverlichting, rangeerverlichting, vuurhaardverlichting met warmwitte LED'sGecontroleerd door ESU-LokSound V4.0 M4-decoder met luidspreker van hoge kwaliteit"PowerPack" opslagcondensator voor ononderbroken stroomvoorzieningLastafhankelijke, ventilatorgebaseerde en assensorgestuurde rookgenerator met temperatuurregelingAutomatische rangeerkoppelingLengte over de buffers 145,5 mmMinimale radius 420 mmESU 31104 / Stoomlocomotief, H0, BR T16.1, 94 535, DRG, zwart, rangeerkoppeling met sound
Description technique
Omschrijving
De serie 94.5-17 is een van de meest duurzame en succesvolle Pruisische locomotiefontwerpen. De ontwikkeling ervan gaat eigenlijk terug tot 1906, toen de Koninklijke Spoorwegdirectie (KED) in Erfurt een aanvraag indiende bij de Pruisische spoorwegcentrale voor de ontwikkeling van een vijfkoppige stoomlocomotief voor de steile trajecten in Thüringen. De T16, die voornamelijk werd ontwikkeld door de bekende locomotiefontwerper Robert Garbe, werd vanaf 1905 in 343 exemplaren geproduceerd. Met de T16 van het versterkte ontwerp (aangeduid als T16.1) ontstonden tussen 1913 en 1924 echte universele locomotieven voor korte afstanden, die in heel Pruisen, in de Elzas en Lotharingen en vanaf 1920 in heel Duitsland thuiskwamen. Tijdens de lange bouwperiode zijn er verschillende wijzigingen aangebracht. Vanaf 1921 droeg de T16.1 een dining dome, daarom schoof de voorverwarmer, die aanvankelijk boven op de ketel was geplaatst, nu zijwaarts naast de voorste zandbak. Met de stoomverwarmingskoppeling werden de T16.1's, vanaf 1924 aangeduid als BR 94.5-17, ook ingezet in reizigerstreinen. De maximumsnelheid werd verhoogd tot 60 km/u nadat de standaardisatie van veel componenten vanaf 1927 ze nog veelzijdiger in gebruik maakte. Met een aslast van 17 ton was de 94 ook geschikt voor zijlijnen met een zwakkere bovenbouw. Bovendien, uitgerust met een Riggenbach-tegendrukrem, verving hij zelfs de modernere, maar te zware T20 op Thüringer steile stukken. De ESU-prototypes 094 652 en 94 1292 werden legendes in dienst op steile afstanden. Beide behoorden begin jaren 70 tot de laatst in bedrijf zijnde locomotieven van de DB en de DR.
De T16.1 is de eerste stoomlocomotief van ESU. Het fijn gedetailleerde model is grotendeels van metaal en heeft een groot aantal los gemonteerde onderdelen. Uiteraard wordt rekening gehouden met de prototypische verschillen. Opvallend zijn ook de wielen met dunne spaken. Het model wordt getoond met grotendeels versleten wielbanden, daarom kunnen de wielspinnen prototypische afmetingen hebben. Hierdoor blijft er voldoende ruimte over om de wielflenzen zo uit te voeren dat een veilige werking op twee- en driedraads sporen mogelijk is. Om compromissen op het chassis tot een minimum te beperken, garanderen we alleen werking op radiussen vanaf 420 mm. Omdat de locomotieven in de lokale goederentrein- en rangeerdienst werden ingezet, hebben de modellen aan beide zijden een rangeerkoppeling in de standaardschacht. Bijpassende beugelkoppelingen met niet-magnetische beugels zijn bij de locomotief inbegrepen. Natuurlijk stoot het model rook uit de schoorsteen, gecontroleerd door wielsensoren en synchroon met de LokSound. Natuurlijk hebben we bij het ontwerpen van de geluiden heel goed naar het origineel geluisterd. Bij het bergaf rijden kunt u bijvoorbeeld met een functieknop op de replica van de Riggenbach tegendrukrem de akoestiek omschakelen naar de tegendrukrem. Ook de akoestiek van de verschillende lucht- en voedingspompen was verschillend. Het manoeuvreren gebeurt prototypisch onder de lichten van de lantaarn rechtsonder aan beide zijden. Bij de Pruisische variant kan de derde koplamp worden ingeschakeld om de koplamp Zg 7 (sein tegemoetkomende trein) weer te geven. Voor het eerst in massaproductie zijn de lantaarns vrijstaand, waar voorbeeldgetrouw.
Click & Collect